inv. nr. 18, verleibrief West- en Oost-Barendrecht dd. 29 september 1676
De Staten van Hollandt ende WestVrieslandt doen condt allen luijden, dat wij behoudens ons ende een ijegelijcs recht, verlijt ende verleent hebben, verlijen ende verleenen bij desen onsen brieve Johanna de With, Vrouwe van Swijndrecht, weduwe ende boedelhoutster van wijlen Heer Jacob van Beveren, in sijn leven Heere van Swijndrecht, burgemeester van Dordrecht etc., ende Sophia van Beveren, Vrouwe van Hardinxvelt, weduwe wijlen Heer Pieter de Rovere, in sijn leven Heere van Hardinxvelt ende Bailju van SuijtHollandt, soo voor haar selven als vervangende ende haer sterckmaeckende voor de Heeren en Meesters Cornelis Paets, raed ende vroetschap, Jacob Paets, secretaris vande Wees-camer, ende Diderick van Leijden van Leeuwen, burgemeester der stadt Leijden, als in huwelijck gehadt hebbende Alida Paets en in die qualiteijt vader ende voocht over sijne kinderen, bij sijn Ed. verweckt aen de voorn. Alida Paets, te samen kinderen, kintskinderen ende erfgenamen van wijlen Vrouwe Reijnsburgh van Beveren, aen haer verweckt bij wijlen Heere Willem Paets, in sijn leven mede burgemeester tot Leijden voorsz., de navolgende vier parceelen van leenen: als eerst d’ ambachtsheerlicheijt van West-Barendrecht met al dat de ambachtsheerlicheijt aencleven mach, alsoo binnensdijcs als buijtensdijcs, streckende tot den diepe toe, uijtgenomen visscherijen, vogelrijen, stalen, veenen ende uijtgorssen leggende buijtens dijcx in den selven ambachte ende oock uijtgenomen alle de coorenthiende ende smaltiende die hier naemaels buijtensdijcs comen ende vallen sullen, als oock die nu binnensdijcs leggende sijn, te houden van ons tot eenen onversterffelijcken erffleene,
noch de smaltiende van Westbarendrecht die nu bedijckt sijn ofte naemaels bedijckt sullen mogen worden, met allen heuren toebehooren, mede tot eenen onversterffelijcken erffleene ende noch de geheele coorentiende, groot ende cleijn, die nu is ofte naemaels tot eeniger tijt vallen ofte comen mach inde onbedijckte landen, leggende als nu buijten dijcs tot den diepe toe, mitsgaders alle actie, recht ende toeseggen dat Jacob van Minnebeeck aen de voorsz. thiende, groot ende cleijn, van de voorsz. buijtendijckse lande in eeniger maniere hebben mocht, mede tot eenen onversterffelijcken erfleene,
ende noch d’ambachtsheerlicheijt van Barendrecht, de sluijse, visserije, vogelrije, de smaltiende in Carnisse, de smaltiende in de Polre, een deel in Tijselincswaert, den uuterdijck van Barendrecht, de corentiende tot Barendrecht, tot Meusinckbrouck ende Bolnisse, tot eenen erfleene, ende dit tesamen ende elcs bijsonder naer inhouden der oude brieven ende ons leenregisteren daervan wesende, haerl. aengecomen bij doode ende overlijden van Jacob van Beveren voorn., pa.t lib.o Ho. Ov.t P. Cap.o Suijthollandt fo. 43, soo nochtans dat de voorsz. ambachtsheerlicheijt inderdaet sullen sijn ende moeten blijven ongescheijden en bij de gesamentlijcke possesseurs van dien pro indiviso geadministreert worden, sonder dienthalven eenige reele splissinge te introduceren.
Ende hier van heeft ons hulde, eedt ende manschap gedaen d’ Heer en Meester Cornelis de Roovere, als daer toe gemachticht sijnde bij procuratie in dato den 27e September 1676 voor notaris en seeckere getuijgen tot Dordrecht gepasseert, beneffens desen in onsen leenregistre geregistreert, en dat in handen van onsen lieven ende getrouwen
- 1 -
bewaarder van onsen grooten segele Heer Aernt van Wassenaer, Heer van Duvenvoorde, Voorschooten, Veur, Rosande etc., houtvester van onsen lande, als stadthouder ende registermeester van onse leenen, behoudelijck ende welverstaende, soo wanneer de voorsz. Cornelis de Roovere quame aflijvigh te werden, dat alsdan wederom bij de gesamentlijcke vrunden en erfgenamen binnen sjaers een ander vasal gepresenteert en bij hem insgelijcs ten behouve van de voorn. erfgenamen den behoorlijcken eedt gedaen sal moeten werden.
Daer bij, aen ende over waren als onse leenmannen Mr. Jacob Havius, adt. voor onse Hoven van Justitie, den clercq Maurits van Cats, Mr. Cornelis Bosch, mede adt. voor onse voorsz. Hoven, en Johannes Buijs.
t’ Oorconde desen brieve besegelt met den segele van onsen Leenhove hier onder aengehangen.
Gedaen in den Hage den 29e September 1676.
J. V. Wassenaer. 1676
Reg.ta lib.o Ho. Ov.t I (?) Cap.o Suijthollandt fo. 25
corr. en typ 2009 JvV - 2 -