Nieuwsbericht
Zing! - muziek en zang op school
Nationaal Onderwijsmuseum 15 oktober 2011 t/m 1 april 2012
Dat zingen en muziek maken goed zijn voor de ontwikkeling van een kind, is wetenschappelijk bewezen. Toch is de aandacht die in het onderwijs besteed wordt aan dit vak wisselend. Vanaf 15 oktober laat het Nationaal Onderwijsmuseum in Rotterdam zien welke rol het vak muziek en zang op school speelde, en hoe dit werd ingevuld. Een toonaangevende ervaring voor jong en oud, vol sentiment en verbazing.
Hoe leer je kinderen tonen aan? Pas vanaf begin vorige eeuw werden hier aparte methodes voor ontwikkeld. Muziekpedagogen pasten het reeds in de 11e eeuw ontwikkelde ‘do-re-mi’ gecombineerd met handgebaren toe, om kinderen de juiste toon te laten treffen. Voor die tijd werd vooral klassikaal de meester nagezongen en klonken overwegend religieuze liederen.
In acht thema’s brengt de tentoonstelling Zing! in beeld - én in geluid - hoe er muziek- en zangles werd en wordt gegeven in Nederland. Hoe heeft de visie op het vak zich in de loop van de geschiedenis ontwikkeld? Hoe zijn de wetgeving, maar ook de opkomende media van invloed geweest? En wie schreven onze populairste kinderliedjes? Maar bijvoorbeeld ook het gebruik van liedjes bij andere vakken als gymnastiek en taal.
Van ‘Leve het vaderland’ naar Dikkertje Dap
Het onderwerp van kinderliedjes is door de eeuwen heen sterk veranderd. De politiek-economische situatie in Nederland is terug te vinden in de liedjes die er op school werden gezongen, en vooral ook hoe men destijds in het leven stond. Zo komt het vaderlandslievende Wilhelmus uit de 16e eeuw aan bod, maar ook de liedjes van Betje Wolff en Aagje Deken van twee eeuwen later. Die waren geschreven om het moraal van het volk op te vijzelen. Pas vanaf de jaren 50 werd er steeds meer gekeken naar de belevingswereld van het kind, met de liedjes van Annie M.G. Schmidt. Van al deze typen liedjes zijn voorbeelden te horen in de tentoonstelling.
Schoolliedjes als cultureel erfgoed
Bij een museumcollectie denkt men snel aan oude spullen, maar immaterieel cultureel erfgoed, zoals liedjes, is minstens zo belangrijk om te behouden. Het Onderwijsmuseum heeft hiervoor een installatie ontwikkeld in de tentoonstelling waarin bezoekers hun favoriete schoolliedje kunnen inzingen, om deze opnames later aan de collectie toe te kunnen voegen.
Ieder zingt zijn eigen lied
Iedere generatie heeft z’n eigen warme herinnering bij kinderliedjes. Twintigers zongen Kinderen voor Kinderen tijdens de schoolmusical en de 50-plussers weten vast nog hoe de Volkszangdag er aan toe ging met Pierre van Hauwe. In de tentoonstelling Zing! draait het naast de wetten en methodes vooral om de persoonlijke beleving van zang en muziek uit de schooltijd van de bezoekers.
Alle gegevens op een rijtje:
Nationaal Onderwijsmuseum
Nieuwemarkt 1a
3011 HP Rotterdam